Gedragsinterventies in complexe systemen: ‘Het blijft aanmodderen, maar wat moet je anders?’

Door Bert Pol

Hoogleraar Transitiekunde Jan Rotmans is al vele jaren een bekend pleitbezorger van de aanpak van de klimaatproblematiek. Een uitspraak die steeds weer terugkeert in zijn nieuwste boek Omarm de chaos, is dat de oplossing van die problematiek primair moet komen van de verandering van gedrag1.

Wat betekent dat voor communicatie- en gedragscommunicatieprofessionals? Dat je meteen aan de slag kan met het hele instrumentarium van de sociale psychologie en de communicatiewetenschap, van framing tot beïnvloeding van gewoonte- en gepland gedrag en groepsdynamica2. Een interessante vraag is evenwel wat onze interventies veroorzaken bij toepassing in complexe systemen als het klimaat. De klimaatcrisis is een complex probleem, waarbij complex niet eenvoudigweg betekent dat het om een moeilijk probleem gaat, maar om een probleem in een complex systeem. Complexe systemen zijn systemen die ons gevoel voor logica tarten, omdat interacties tussen variabelen niet de uitkomsten geven die we op basis van gangbare wetenschappelijke kennis verwachten. Je kan ook zeggen: omdat we – met het ons beschikbare instrumentarium – niet kunnen verklaren wat gebeurt.

Complexe systemen

De Amerikaanse complexiteitswetenschapper en hoogleraar psychologie John Holland geeft het tropisch regenwoud als voorbeeld van een complex systeem. In het tropisch regenwoud is ‘de weelderige, niet aflatende verscheidenheid [van soorten dieren en planten] bijna paradoxaal aangezien tropische regenwouden zich op de armst mogelijke gronden ontwikkelen – de regen spoelt alle voedingsstoffen in rap tempo naar de dichtstbijzijnde rivier. Hoe is die grote verscheidenheid dan mogelijk3? Een cruciale factor in complexe systemen is emergentie, een concept dat eenvoudig gezegd betekent dat het geheel meer is dan de som der delen. Dat wil zeggen dat een eindresultaat niet verklaard kan worden uit de som van de effecten van afzonderlijke interacties4. Er is sprake van een non-lineair proces, waarin variabelen elkaar veelvuldig beïnvloeden en nieuwe vormen aannemen.

Gedrag

Welk effect mogen we van onze gedragscommunicatieve interventies verwachten als bijdrage aan de bestrijding van de klimaatcrisis? Dat kunnen we onmogelijk voorspellen, omdat klimaat een complex systeem is5. Onze interventies in dat complexe systeem veroorzaken nieuwe, niet voorziene en ook niet waarneembare interacties binnen dat systeem. En ook nog eens interacties met andere complexe systemen, zoals de economie en de democratie. Evidence based interventies zijn buitengewoon waardevol, maar wel in het geval van afgebakende problematieken (in niet-complexe systemen) met een beperkte tijdshorizon. Zodat je redelijk goed in de gaten kan houden of omstandigheden niet tussentijds veranderen en zich geen verstorende variabelen of interacties tussen variabelen voordoen. Dergelijke interventies zijn, met andere woorden kansrijk in het geval van lineaire processen6.

De kiem van de klimaatcrisis

Wanneer is de kiem gelegd voor de klimaatcrisis? Rotmans en Verheijden (2021) wijzen op de groei die de welvaart in de westerse wereld dankzij de industriële revolutie heeft doorgemaakt sinds het midden van de achttiende eeuw. In het westen hebben we daardoor steeds meer en willen we ook steeds meer. Wie het zich kan veroorloven, is al gauw bereid te betalen voor het bevredigen van zijn behoeften, ook als die niet essentieel voor ons levensonderhoud zijn. We kopen groenten en fruit die hier een paar decennia geleden alleen in de zomer verkrijgbaar waren, maar door het verbouwen in verwarmde kassen of door import uit andere delen van de wereld nu het hele jaar door, tegen prijzen die we acceptabel vinden. En wie welvarend is, vliegt voor vakanties naar warme oorden en ‘s winters naar de sneeuw. Koopt meer spullen dan hij nodig heeft, waardoor onnodig veel fossiele grondstoffen aan de aarde onttrokken worden.

De meeste producenten van verbruiks- en gebruiksgoederen en hun aandeelhouders willen ondanks de concurrentiedruk maximaal verdienen en voeren de efficiëntie in hun organisaties steeds verder door. Onder meer door de productie te verplaatsen naar lagelonenlanden, wat een voortdurende goederenstroom per vliegtuig, boot of vrachtauto veroorzaakt. Enzovoorts. De gevolgen voor uitstoot en uitputting van fossiele grondstoffen zijn duidelijk.

Interactie met andere systemen

De gevolgen van de klimaatcrisis tekenen zich ook in het sociale domein af. Wie in onze westerse samenleving minder te besteden heeft dan de welgestelden, eist ook een deel van de koek. Wie weinig of geen geld of zelfs schulden heeft en toch mee moet betalen aan milieumaatregelen, zoals investeringen in isolatie of in zonnepanelen, raakt gefrustreerd. Wie het gevoel heeft steeds ‘gepakt’ te worden, wordt steeds bozer op bestuurders en politici en komt uiteindelijk in opstand. Ook de internationale verhoudingen staan onder druk. In landen waar de welvaart de afgelopen honderd(en) jaren in vergelijking met westerse samenlevingen steeds verder achterop is geraakt, ziet men niet in waarom zij geacht worden mee te werken aan klimaatmaatregelen die hun economie en werkgelegenheid doen stagneren of zelfs schade berokkenen. Ook al omdat zij door armzalige arbeidsbeloning en het leegzuigen van hun kostbare grondstoffen de rijkdom van het westen faciliteren.

Eensgezind gedrag als voorwaarde voor succes

Doordat de klimaatcrisis is verweven met crises in andere complexe systemen, kunnen we de gevolgen van de klimaatontwikkelingen niet echt aanpakken, zonder dat het direct grote gevolgen heeft voor economie, geopolitiek, financiële markten, democratie. De noodzakelijke gedragsverandering kan zich daardoor niet beperken tot het niveau van huishoudens in Nederland (wat overigens op zich al zeer ingewikkeld is, zoals moge blijken uit de schokken die dat in de democratische basis van onze samenleving teweegbrengt). Wat nodig is, is eensgezindheid op internationaal niveau. Is die er niet, dan houden angst en wantrouwen iedereen gevangen: maatschappelijke onrust in het ene land, kan de machtspositie van concurrerende landen versterken. Maar zelfs als leiders op internationaal niveau het er al over eens zijn dat ingrijpende maatregelen genomen moeten worden, dan betekent dat geenszins dat ze die overtuiging ook kunnen vertalen naar daden die in eigen land acceptabel zijn. Behalve democratische onrust, zijn er de belangen van bedrijven en investeerders waarmee hoe dan ook rekening gehouden moet worden. Bedrijfssluitingen en de vlucht van bedrijven naar het buitenland werkt door in de nationale economische positie, met effecten op de aandelen- en arbeidsmarkt. Ook op het niveau van de topmensen van bedrijven is eensgezind gedrag met betrekking tot klimaatmaatregelen een voorwaarde voor een voorspoedige transitie. Een transitie die geen decennia in beslag neemt.
Het lijkt echter niet aannemelijk dat het bewerkstelligen van gedragsverandering op deze niveaus tot de competenties van communicatie- en gedragsprofessionals behoort.

Wat moet je anders?

Heeft het dan zin om onze competenties in te zetten voor gedragsverandering van de inwoners van ons land? Maakt dat enig verschil op mondiaal niveau zolang de wereldleiders en degenen die in bedrijven aan de touwtjes trekken zich niet ook onvoorwaardelijk inzetten voor het doorvoeren van maatregelen? Met andere woorden, zolang niet zij hun gedrag in de zin van concreet handelen aanpassen en daarvoor ook de steun van hun achterban krijgen? Zetten interventies op het niveau van huishoudens toch een ontwikkeling in gang die zich uitbreidt als een olievlek en steeds meer anderen aanzet tot aanpassing van hun gedrag?
Rotmans is er optimistisch over. Hij geeft ook concreet aan welke acties mensen kunnen ondernemen7. De Nijmeegse hoogleraar filosofie René ten Bos – die zich in verschillende fraaie publicaties heeft gebogen over de gevolgen van de menselijke aanwezigheid voor de aarde en het voortbestaan van andere dieren8 – is beduidend minder optimistisch. ‘Natuurlijk moet je allerlei dingen doen’, zegt hij, ‘maar door de omvang en de complexiteit van het klimaatprobleem betekent dat uiteindelijk niet meer dan een beetje aanmodderen. Maar’ – voegt hij eraan toe – ‘wat moet je anders9?’

Referenties

[1] Rotmans, J. en Verheijden, M. (2021). Omarm de chaos. Amsterdam: De Geus. Bijv. p. 57.

[2] Zie bijvoorbeeld het laatste nummer van Current Opinion in Behavioral Sciences 2021, 42 waar Reint-Jan Renes onlangs op attendeerde. Daarin is een keur aan reviews te vinden van actueel sociaalwetenschappelijk onderzoek met betrekking tot aspecten van de klimaatproblematiek.

[3] Holland, J.H. (2017). Complexiteit. Amsterdam: Amsterdam University Press. p. 10. Als andere voorbeelden noemt hij aandelenmarkten, economieën, meercellige organismen en het internet. “En er zijn er nog veel meer.” p. 10-11.

[4] Holland, J.H. (2017), p. 12-16.

[5] Rotmans, J. en Verheijden, M. (2021). Passim.

[6] Over de effecten moeten we echter niet al te hooggespannen verwachtingen hebben. Zie O’Keefe, D.J and Hoeken, H. (2021). Message Design Choices Don’t Make Much Difference to Persuasiveness and Can’t Be Counted On – Not Even When Moderating Conditions Are Specified. Frontiers in psychology. 29 June. En het gesprek over de implicaties van de bevindingen in C#6 van dit jaar.

[7] Zie Rotmans, J. en Verheijden, M. (2021), p. 208 e.v.

[8] Zie van zijn hand de fraaie boeken Dwalen in het antropoceen. (2017) Amsterdam: Boom. En Extinctie. (2019). Amsterdam: Boom.

[9] Podcast Radboud Reflects, 23 oktober 2019. Aflevering De mens, met uitsterven bedreigd.

Dit artikel verscheen in nr. 8 (2021) van communicatievakblad C.

Lees ook